Brussels moratorium voor de uithuiszettingen van residentiële huurders tijdens de lockdown in 2020: het grondwettelijk hof bekrachtigt het principe maar zet de deur open voor een schadevergoeding aan de verhuurders ten laste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Naar een algemeen recht van vergoeding voor de individuele rechtsonderhorige lastens de overheid die een openbare last oplegt ?
Op 1 februari 2022 zijn belangrijke wijzigingen aan de Wet Betalingsachterstand van 2 augustus 2002 in werking getreden. Deze wijzigingen hebben een belangrijke impact op alle contracten tussen ondernemingen onderling en met overheden, alsook op algemene voorwaarden tussen deze contractspartijen. De belangrijkste wijzigingen zijn samengevat de volgende:
- De betalingstermijnen:
Thans geldt niet alleen ten aanzien van KMO’s maar voor alle relaties tussen ondernemingen onderling en met overheden (met uitzondering van overheidsopdrachten) de wettelijke betalingstermijn van 30 kalenderdagen.
Contractspartijen kunnen een langere termijn overeenkomen maar deze mag nooit de maximum betalingstermijn van 60 kalenderdagen overschrijden. Langere betalingstermijnen worden van rechtswege teruggebracht naar de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen.
Bij KB kunnen voor bepaalde sectoren langere betalingstermijnen worden toegestaan.
- De verificatietermijn zit vervat in de betalingstermijn:
Het is niet langer mogelijk om contractueel te bepalen dat de betalingstermijn slechts ingaat na het verstrijken van een verificatietermijn voor de facturen. De maximale betalingstermijn van 60 kalenderdagen geldt inclusief de overeengekomen verificatietermijn.
- De werkelijke ontvangstdatum is de vertrekdatum:
De betalingstermijn geldt vanaf de datum van werkelijke ontvangst van de factuur.
Het is dus niet meer mogelijk om een contractuele ontvangstdatum te bepalen, zijnde de datum waarop de factuur geacht wordt te zijn ontvangen.
- De verwijlintresten zijn automatisch verschuldigd:
Thans zijn de verwijlintresten krachtens de Wet Betalingsachterstand van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd. Een aanmaning is dus niet meer vereist om de intresten te doen lopen. Deze zijn automatisch verschuldigd vanaf het verstrijken van de betalingstermijn.
Bovendien worden deze van rechtswege verhoogd met een forfaitaire vergoeding van 40 euro.
Conclusie:
Deze wijzigingen hebben sinds 1 februari 2022 een belangrijke impact op vele contracten en algemene voorwaarden tussen alle ondernemingen en ook ten aanzien van overheidsinstanties (buiten overheidsopdrachten).
Daarbij kan gedacht worden aan aannemingscontracten, handelshuurcontracten, promotie-overeenkomsten, leasingcontracten, joint venture- overeenkomsten, … Tijd dus om uw contracten en algemene voorwaarden aan een kritisch oog te onderwerpen!
Bart Van Hyfte
bv@resolved.law
www.resolved.law